Skip to main content
7 juli 2023

Maar wij zien onszelf: Hoe we Jezus naar ons eigen beeld scheppen

Lijk jij steeds meer op Jezus of gaat Jezus steeds meer op jou lijken? Het eerste is de bedoeling, het tweede al snel het geval. Hoe voorkomen we dat Jezus de ideale versie van onszelf wordt? Hoe kunnen we Jezus volgen, zonder met Hem aan de haal te gaan?

Als je rondvraagt waar Jezus voor staat krijg je talloze antwoorden. Culturele bewegingen, politieke agenda’s, kerkelijke kruistochten, ze hebben allemaal een Jezusbeeld. Soms draait het om liefde en vrijheid, dan weer om revolutie, charisma of inclusiviteit. Soms is Jezus gewoon hip. Maar zien we dan het ware gezicht van Jezus of is hij een wit canvas geworden waar de wereld met genoegen haar ideeën op projecteert? Jezus als ideale persoon voor onze idealen?

Gelovigen zijn ook bezig met de vraag wie Jezus is. Natuurlijk, zo hoort het ook. Maar ook wij kunnen onze eigen verlangens en idealen met Hem verwarren. Niet uit allerlei boze bedoelingen, maar door hoe we in elkaar steken als mens. We zien allemaal Jezus vanuit ons eigen perspectief. En daarin doet vaak meer mee dan we denken.

Vier invloeden

Allereerst onze opvoeding. Welk voorbeeld gaven onze ouders? Hoe spraken ze thuis over God? Dat kleurt ons beeld van Jezus. Daarnaast is de kerk belangrijk. Hoe werd over Jezus gepreekt? Hoe zet de gemeente Hem (vooral) neer? Ten derde doet pijn ook mee. Welk leed in ons leven straalt af op Jezus? Welke plekken zijn zo gevoelig, dat zelf Jezus er vanaf moet blijven? Wat kan Hij niet zijn omdat het teveel zeer zou doen? Ten slotte is er ons verlangen. Staat Jezus alleen maar in het licht van wat wij nodig hebben? Is onze relatie met Hem vooral een zaak van vraag en antwoord?

De gedroomde Jezus

Ook de Twaalf worstelden met wie Jezus was. Op een hoogtepunt in het evangelie van Matteüs zegt Petrus tegen Jezus: ‘U bent de Christus, de Zoon van de levende God’ (Mat.16:16). Petrus schiet daarmee in de roos. Maar vervolgens is er geen ruimte meer voor het kruis. Petrus hoorde ‘Messias’ en alle bijbehorende, zelfbedachte idealen projecteert hij nu op Jezus. Petrus schept Jezus naar zijn eigen beeld. Jezus wil er niets van weten: ‘Ga weg achter Mij, satan!’ (Mat.16:23). Wie hard voor Jezus rent, zoals Petrus, loopt het gevaar met Hem aan de haal te gaan. ‘U bent de Messias!’ riep hij – het punt is echter: welke Messias? Petrus hoopte op de Messias van zijn dromen, het werd Messias Jezus.

Jezus is niet de Messias van onze dromen – Hij is de Messias voor onze dromen. Jezus staat niet in het verlengde van onze dromen, maar staat aan het begin ervan. Het begint altijd bij Hem. Hij is niet gekomen om Zich tot koning te kronen van onze koninkrijken. Als wij met Hem aan de haal willen gaan, verbergt Hij Zich liever (Joh.6:15).
Misschien denken we bij Jezus aan iemand die nooit moeilijk doet en ons alleen maar bevestigt en troost. Of aan iemand die al onze vijanden verslaat en nooit iets moeilijks in ons leven toelaat. Maar is Hij ook zo of willen wij dat vooral? Misschien denken we bij Jezus aan de meest ruimdenkende persoon en zeker niet zo bekrompen als sommige christenen. Maar is Hij ook zo of kunnen we het simpelweg niet verdragen als anders zou blijken?

Moderne mikwe

Maar hoe dan verder? Misschien is onze situatie wel te vergelijken met Israël in de eerste eeuw. Zij hadden ook allerlei Messiasbeelden. Hoe helpt God hen om uiteindelijk de Ware te herkennen? Hij stuurt een voorbereider: Johannes de Doper.

Johannes maakt het volk klaar voor Jezus en baant voor Hem de weg (Mar.1:2-3). Hij is Gods manier om mensen in staat te stellen Jezus te herkennen en te aanvaarden. Hoe gaat dat? Hij doopt. Daarmee gebruikt hij het symbool van een Joods reinigingsritueel: de mikwe. Dat was een wassing die je voorbereidde op het heilige. Zoals Israël zich moest reinigen voordat het God ontmoette bij de Sinaï (Ex.19:10), zo doopt Johannes in voorbereiding op een ontmoeting met Jezus. Het weer rein worden gaat hand in hand zijn boodschap: kom tot inkeer en wijd je toe aan God (Mar.1:4). Dat is kennelijk hoe het volk klaargestoomd wordt: door een houding van verootmoediging en inkeer. Dan ben je er gereed voor. Wie wil rennen voor Jezus, moet ook leren buigen voor Jezus.

Ook wij en onze Jezusbeelden hebben behoefte aan regelmatige reiniging. Als een soort moderne mikwe voor ons hart, ziel en verstand in voorbereiding op Gods verschijning. De volgende drie geestelijke oefeningen maken dit concreet.

Bijbellezen

Paulus noemt het Woord een ‘waterbad’ (Ef.5:26). Daarmee doelt hij op het reinigingsritueel waardoor de bruid zich op haar bruidegom voorbereidt. Het Woord van God reinigt, stuurt bij en verbreedt onze horizon. Als we het tenminste die plek geven. Lezen we nog de Bijbel? En lezen we nog de hele Bijbel? Wie alleen zijn favoriete teksten leest, is als iemand die met één schoonmaakmiddel het hele huis wil schoonmaken. Gegarandeerd blijft bepaald vuil en aanslag gewoon zitten. Zo zijn er ook vlekken in ons beeld van Jezus, die er alleen uitgaan met Job, Prediker of Openbaring. Is het te moeilijk of onduidelijk? Gebruik hulpmiddelen of doe een cursus. Maar sla niets over: alleen hele Bijbel geeft de hele Jezus. In het waterbad van het Woord moet je helemaal kopje onder gaan.

Herkennen

In Efeziërs staat dat we pas samen ‘met alle heiligen’ (3:18) Christus leren kennen. Jezus kennen is Hem daarom herkennen. Dat is geen eenmansproject samen met de Geest, God geeft ons anderen om met behulp van elkaar Hem te vinden. Dus ik leer Hem niet volledig kennen zonder jou en jij niet zonder mij. Het bonte gezelschap van de kerk houdt ons een gezonde spiegel voor. Loop zo eens rond: niet op zoek naar wat de ander mist van Jezus, maar naar wat je zelf nog over het hoofd ziet. En zoek uiteenlopende sprekers of schrijvers op. In de stad van God ontdek je soms het meest buiten je eigen straatje.

Vasten

Deze geestelijke oefening brengt ons het dichtst bij Johannes. Vasten vormt ons hart tot die plaats van inkeer waar hij over predikte. Het ongemak van vasten is precies haar kracht. Het zegt ‘nee’ tegen ons verlangen waardoor een ‘ja’ klinkt naar God. Het leert onze ziel zeggen dat niet mijn wil, maar Uw wil geschiede. Wanneer God dat in ons hart bewerkt verliezen we steeds meer de neiging Jezus naar ons eigen beeld te vormen, maar Hem te ontvangen zoals Hij is. Wij worden minder, Hij wordt meer (Joh.3:30). Neem je daarom voor zo nu en dan te vasten. Niet om iets van God gedaan te krijgen, maar enkel en alleen als verootmoediging – een schrobbeurt van je hart.
Geest van Jezus

De veranderende kracht van deze geestelijke BHV – Bijbellezen, Herkennen en Vasten – komt van de Geest van Jezus. Hij helpt ons buigen voor Jezus. Want wie rent voor Jezus, maar niet buigt voor Jezus, gaat met Hem aan de haal. Maar wie rent voor Jezus én buigt voor Jezus, die stelt Hem centraal. Laten we daarom bidden om de vernieuwing van die Geest, zodat Jezus niet steeds meer op ons, maar wij steeds meer op Hem gaan lijken.

Evert Leeflang (1987) is spreker, auteur en docent. Hij studeerde theologie aan de ETF Leuven en is als theoloog en opleidingscoördinator verbonden aan het Evangelisch College. Met zijn onderwijs wil hij bijdragen aan een goed en vruchtbaar gesprek tussen Bijbel, theologie en praktijk. Evert is getrouwd met Phillian en woont in Dordrecht.