Skip to main content
28 oktober 2025

Thema Pinksterconferentie 2026: Ik ben…

Het thema van de Pinksterconferentie in 2026 is bekend: Ik ben… Wanneer God zegt: “Ik ben,” volgt er geen uitleg, maar een openbaring. Geen beschrijving, maar ontmoeting.

Stel je voor dat jij het was. Jij had het gevoel dat God iets met jouw leven wilde doen. Er brandde iets vanbinnen – een soort vuur dat je niet kon negeren. Je zag onrecht. Je voelde dat je moest opstaan. Dat je moest ingrijpen. En dat deed je. Maar het ging mis. Volledig mis.

Je dacht dat je iets goeds deed, maar je verloor de controle. Je ging te ver. Wat je probeerde recht te zetten, eindigde in een ramp. Iemand raakte gewond. Iemand stierf. En ineens was je niet meer de held die je dacht te worden. Je werd iemand voor wie mensen zich afkeerden. Iemand om over te fluisteren.

Dus rende je weg. Je vluchtte. Niet alleen weg van de mensen, maar ook van je roeping. Van wat je ooit dacht dat je bestemming was. Je begon opnieuw in een omgeving waar niemand je kende. Waar niemand iets van je verwachtte. En je droom lijkt te sterven. Jaren gaan eroverheen.

Braamstruik

Dan, op een gewone dag, terwijl je met je werk bezig bent – daar ineens… vuur. Een struik die niet verteert. En uit dat vuur klinkt een stem. Want het was in de wildernis, omgeven door zand, stenen en stilte, dat Mozes iets zag wat hem tot stilstand dwong. Een braamstruik in brand, zonder dat hij verteerde. Het vuur bleef branden. Het licht hield niet op. Uit het vuur klonk een stem. Het was niet zomaar een stem, maar de stem van de ware God: “IK BEN DIE IK BEN” (Exodus 3:14).

Daar, op die plek, trok Mozes zijn schoenen uit. Hij deed het niet uit gewoonte, angst of impuls. Hij deed het omdat hij bereid was heilige grond te betreden. Voor Mozes was het een moment van bevestiging. De roeping die hij als veel jongere man in zijn hart had gedragen (Handelingen 7:25) – en die verloren leek – werd opnieuw tot leven geroepen. Niet met woorden van veroordeling, maar met vuur. Wat daar gebeurde, is niet alleen maar iets van vroeger. De God die daar sprak, spreekt nog steeds. Zijn vurige aanwezigheid brandt nog steeds. Zijn stem roept nog steeds.

Namen van God

Wanneer God dan zegt: “Ik ben”, volgt er geen uitleg, maar een openbaring. Geen beschrijving, maar ontmoeting. We kunnen Hem niet doorgronden, maar we mogen Hem leren kennen. Door de hele Schrift heen laat Hij zichzelf kennen in namen die spreken van nabijheid, trouw, gerechtigheid en kracht. Ze tonen zijn hart, zijn karakter, zijn werk. De grote Ik ben – wie is Hij? Deze vraag laat Hij niet onbeantwoord.

  1. Ik ben Jahweh Jireh – de HEERE die voorziet (Genesis 22:14)
  2. Ik ben Jahweh Rafa – de HEERE die geneest (Exodus 15:26)
  3. Ik ben Jahweh Nissi – de HEERE mijn banier (Exodus 17:15)
  4. Ik ben Jahweh M’kadesh – de HEERE die heiligt (Exodus 31:13)
  5. Ik ben Jahweh Tsevaot – de HEERE van de heerscharen (1 Samuël 1:3)
  6. Ik ben Jahweh Tsidkenu – de HEERE onze gerechtigheid (Jeremia 23:6)
  7. Ik ben Jahweh Shammah – de HEERE die er is (Ezechiël 48:35)

Deze namen vormen samen een getuigenis van wie onze God is. Ze nodigen ons uit tot verwondering en aanbidding. Ze nodigen ons uit om Hem te vertrouwen. Ze nodigen ons uit tot overgave. Tijdens de Pinksterconferentie 2026 willen we dat deze namen zichtbaar worden op het terrein – niet alleen in banieren en kunstvormen, maar ook in wat we zeggen en verkondigen, wat we zingen, wat we bidden.

Wie God is, bepaalt wie wij zijn. Net als Mozes zullen wij misschien in eerste instantie willen zeggen: “Maar wie ben ik?” (Exodus 3:11). En toch leren we iets. Het gaat niet om wie wij zijn, maar om wie Hij is. In de openbaring van zijn naam worden ook onze roeping, ons mandaat, en onze identiteit zichtbaar. Ik mag mezelf vinden, mezelf leren kennen in het licht van wie Hij is. Mijn identiteit in Hem.

Vuur van God

Het vuur dat brandde in de struik was geen illusie, geen metafoor. Het was werkelijkheid. Een vuur dat brandde zonder te vernietigen. Een vuur dat niet opbrandde, maar licht gaf. Het was het vuur van heiligheid, het vuur van roeping, het vuur van nabijheid. Het was genade en majesteit tegelijk.

En hebben wij vandaag minder dan Mozes? Nee, integendeel. Wat toen zichtbaar werd in een struik, leeft nu in harten. De Heilige Geest is uitgestort. Hij is gegeven. Hij woont in zijn volk. Niet alleen als Bemoediger en Trooster, maar ook als vurige tegenwoordigheid. Als licht en kracht. Als gever van gaven. Als inspirator van waarheid. Als vuur dat heiligt, leidt en spreekt.

Waar de Geest woont, daar woont God zelf. In alles wat we doen – in de volle breedte van ons samenzijn, in het onderwijs, in het gebed, in de samenkomsten – willen we ruimte geven aan zowel Woord als Geest. Zijn aanwezigheid is geen onderdeel van het programma. Het is de bron ervan.

Drie lijnen van beweging

Het thema Ik ben… nodigt ons uit tot ontmoeting met God. Tegelijk raakt het aan onze eigen identiteit. En het roept ons op tot overgave. Uit deze ontmoeting groeien drie lijnen, die richting geven aan de thematische opbouw:

> ONTMOET HEM
We kijken opwaarts. De naam van God staat centraal. Wie is Hij? Wat openbaart Hij over zichzelf? Zijn roepstem klinkt. Heilige grond wordt betreden. In het vuur klinkt zijn stem. In het vuur ontstaat nabijheid. Het is een God die zich niet verbergt, maar zich laat vinden (Exodus 3).

> WEES HEILIG
We kijken inwaarts. Wie ben ik tegenover Hem? Wat betekent het om geheiligd te leven? Wat is mijn identiteit in Hem? Heiligheid is geen last. Het is een uitnodiging tot leven in verbondenheid (1 Petrus 1:15-16).

> MAAK RUIMTE
We kijken zijwaarts. De roep tot openheid. Hoe maak ik ruimte voor God? Voor de ander? Voor zijn leiding, voor zijn stem? Wat betekent het om samen lichaam van Christus te zijn? De Geest wil ruimte vinden in ons midden (Jesaja 40:3, Openbaring 3:20).

Deze drie lijnen groeien uit dezelfde wortel.
Opwaarts, inwaarts, zijwaarts. Ze zijn geen zijsporen, maar verbonden in het hart van de boodschap – wie Hij is.

Wanneer God zegt: “Ik ben”, dan verandert de ruimte. Dan wordt grond heilig. Dan wordt de plaats van struiken een plaats van roeping. Dan wordt de stem van de hemel hoorbaar. De struik brandt nog. De Geest beweegt nog. De roep klinkt nog.
Hij is – Hij leeft – Hij spreekt.
Hij is bij ons.
Hij is onze Rots.
Hij is onze Herder.
Hij is onze Vrede.
Hij is Jahweh.
Ik ben…

Lourens du Plessis