Skip to main content
23 februari 2023

Als wijsheid je aan haar tafel nodigt

In het Bijbelboek Spreuken wordt wijsheid geschetst in de gedaante van een vrouw. Wie is zij? Wat zegt zij? Laten we luisteren naar haar stem.

In het Bijbelboek Spreuken is een vader aan het woord die zijn geestelijke kinderen allerlei levenslessen meegeeft. Hij laat zo zien wat ‘ware wijsheid’ is. De schrijver van het Bijbelboek Spreuken is koning Salomo. Hij schreef en bundelde meer dan 3.000 spreuken (1 Koningen 4:32) en in de eerste hoofdstukken van dit Bijbelboek neemt hij zijn lezers mee naar een kruispunt op een hooggelegen gedeelte van de stad.

Uitnodiging

Terwijl je om je heen kijkt, wijst Salomo: “Kijk eens naar die twee huizen.” Aan de ene kant van de straat staat een prachtig groot en ruim huis. Het huis van Wijsheid (Chokhma in het Hebreeuws). Zij heeft het zelf gebouwd en zeven pilaren uitgehakt, een volmaakte plek, de deur staat open en ze staat vriendelijk in de deuropening. “Kom binnen.” De tafel is gedekt en er is genoeg te eten, de wijn heeft ze met kruiden op smaak gebracht.
Ze heeft haar dienstmeisjes uitgezonden om mensen te roepen voor de maaltijd. Ze roept op de hoogten van de stad. Haar stem klinkt helder en ver en luid (8:2). Ze nodigt ze uit aan tafel, om van haar te leren en naar haar te luisteren en dat is niet voor niets. Want in de Bijbel wordt het beeld van een maaltijd vaak gebruikt als symbool voor Gods aanwezigheid. De plek waar je wordt gevoed en weer op krachten komt. Lichamelijk en geestelijk, een plek van heil (Psalm 23:5, Jesaja 55:1,2).
Het doet ook denken aan een verhaal uit het Nieuwe Testament. Een maaltijd waar boden werden uitgezonden om de gasten voor de bruiloft te roepen: Het Koninkrijk der hemelen is als een zekere koning die voor zijn zoon een maaltijd bereid had en hij stuurde zijn dienaren erop uit om de genodigden voor de bruiloft te roepen (Mattheüs 22:3-4). Zowel deze koning als Wijsheid sturen boden en dienaressen eropuit om gasten uit te nodigen. En hier vloeien de beelden een beetje in elkaar over en kunnen wij al zien wat Salomo nog niet zag: het heil, de maaltijd, de genodigden die mogen komen, allemaal beelden om te laten zien wat Jezus kwam doen. Hij is de maaltijd en Hij vraagt ons om mensen te roepen naar zijn huis.

Dwaasheid

Aan de andere kant van de weg staat nog een huis. Voor de deur zit (de vrouw van de) Dwaasheid. Ze is onrustig en onverstandig en roept naar de voorbijgangers. Ze loopt achter ze aan en verleidt ze met leugens (2:17-18), lokt ze naar binnen waar zij ze gestolen water en geroofd brood voorzet. Het is geen bruiloftsmaal, maar eerder een galgenmaal, want schrijft Salomo in vers 18: in haar huis liggen de gestorvenen, haar genodigden liggen in de diepten van het graf.
Zo schetst Salomo in een paar zinnen de tegenstelling tussen wijsheid en dwaasheid. Tussen leven en dood. Een tegenstelling die hij versterkt door twee keer precies dezelfde opbouw te gebruiken in zijn vertelling.
Spreuken 9 kun je namelijk verdelen in drie gedeeltes van 6 verzen, waarbij de eerste en de laatste verzen elkaar als het ware omgekeerd spiegelen qua woordkeuze en opbouw.
Wijsheid en Dwaasheid bereiden beiden een maaltijd voor (1-3 en 13-15). De schrijver vertelt van beiden kort wie ze is, waar haar huis staat en welke eigenschappen ze heeft.
En dan hoor je de uitnodiging van de Wijsheid:
Wie is er onverstandig? Laat hij hierheen afwijken.
Wie zonder verstand is, tegen hem zegt Zij:
Kom, eet van mijn brood en drink van de wijn die ik gemengd heb.
Verlaat de onverstandige dingen en leef en begeef u op de weg van het inzicht.

En een paar zinnen verderop hoor je de stem van Dwaasheid roepen. Het lijkt erop, maar het is toch anders:
Wie ook maar onverstandig is, laat hij van zijn weg hierheen afwijken.
Wie zonder verstand is, tegen hem zegt zij:
Gestolen water is zoet en in het geheim genuttigd brood is aangenaam.
Maar men weet niet dat daar de gestorvenen liggen, haar genodigden liggen in de diepten van het graf.

Hiermee maakt de schrijver in een paar zinnen duidelijk waar de beide wegen naartoe leiden. De weg van de wijsheid leidt tot inzicht, gunst en een lang leven. De weg van de dwaasheid leidt tot de dood. Een gedachte die je nog verder kunt oprekken: het leven in het huis van Wijsheid lijkt op een leven dicht bij God. En het afbuigen naar het huis van de verleiding en afleiding door Dwaasheid leidt letterlijk tot je ondergang, want Salomo zegt in 2:16: haar huis helt over naar de dood en haar sporen naar de gestorvenen. Allen die bij haar komen, zullen niet terugkomen en de paden van levenden niet bereiken.

Hoofdletter W

Hier zouden we het artikel kunnen beëindigen, maar we gaan nog een laagje dieper. Want hoewel het hele Bijbelboek spreekt over wijsheid, over ontzag en vreze des Heren, gebeurt er in de hoofdstukken 8 en 9 nog iets anders. Het woord Wijsheid krijgt in verschillende vertalingen ineens een hoofdletter W. Als deze Wijsheid spreekt, lijkt het alsof we naar een andere versnelling schakelen.

Het gaat nu niet langer om een beeld van een vrouw die op de toppen van de stad woont, maar deze Wijsheid zegt dat Hij is geschapen vóór alle dingen als architect en raadgever voor God in de schepping. Hij is het die koningen laat regeren en vorsten laat heersen. Hij laat zich vinden door wie Hem zoeken. Hij loopt op het pad van de gerechtigheid en het recht en belooft schatkamers te vullen. Hij was bij de Heere nog voor het begin van de schepping. Hij is van eeuwigheid af gezalfd. Hij was Gods lievelingskind of zijn Troetelkind; een bron van blijdschap, spelend voor zijn aangezicht.
Het lijkt erop, dat het hier gaat over Jezus vóór zijn menswording, over de Zoon die van eeuwigheid af al bij de Vader was. En je ziet hier dat de deur tussen het Oude en het Nieuwe Testament een stukje opengaat voor de openbaring dat God de wereld heeft geschapen door zijn Zoon, de Wijsheid en de kracht van de Heilige Geest.

Dit is een gedachte die verschillende schrijvers in het Nieuwe Testament ook weer oppakken. Denk bijvoorbeeld aan het bekende Bijbelgedeelte uit het evangelie van Johannes (1:1) die schreef: In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. In het Woord was het leven. En ook Paulus schrijft over Christus in wie alle schatten van Wijsheid en kennis zijn verborgen (Kolossenzen 2:3, Efeze 1:7, 1 Korinthe 1:24 en 30). En Jakobus, de halfbroer van Jezus, spreekt over de Wijsheid van boven.
Hier komen verleden, heden en toekomst bij elkaar. De Wijsheid van God die bij Hem was voor de grondlegging van de wereld, de Wijsheid die Christus van God heeft ontvangen en de Wijsheid die de Heilige Geest ons openbaart (1 Korinthe 2:10-12).

Pak haar hand

En dan keren we ten slotte weer terug naar het kruispunt waar koning en dichter Salomo ons naartoe bracht. Een plek om elke dag een keuze te maken. Want in de wijsheidsliteratuur gaat het niet om diepe intellectuele wijsheid, zoals het Griekse Sofia, maar over praktische keuzes voor elke dag. Levenslessen en levenskunst vanuit het ontzag voor God.
Kies je voor Dwaasheid, met haar verleiding, haar armzalige maaltje met gestolen brood en water? Of pak je de Wijsheid bij haar hand en laat je je meevoeren naar haar huis met de zeven pilaren, beschouw je haar als je zusje (7:4), schuif je aan, aan haar gedekte tafel en luister je ademloos naar haar mooie en wijze woorden? Hoor je hoe de Wijsheid spreekt en hoor je het Leven in haar stem?

Maartje Dekens